… een kidnapping en een heus bakkersavontuur met een very happy ending.
Over die hele belevenis lees je hier later zéker meer!
Maar gisteren zat ik dus (als gevolg van) met een stuk verse bladerdeeg in de frigo, dat op moest. Met enkele appels in de koelkast en wat lekkere kaneel en zelfgemaakte vanillesuiker in de kast was de keuze snel gemaakt. Een appeltaart zou het worden!
Enkele uurtjes later stond dit heerlijk ding te dampen in de keuken…
Omdat ik er zelf niet van mocht eten (appels, weetwel) moest het heerlijke ding dan ook zo snel mogelijk van onder mijn ogen. Enkele uurtjes later hadden 8 mensen die job geklaard, waarvoor dank!
Heb je zelf zin om ook van dit stukje zaligheid te proeven? Je maakt hem zo…
Nodig:
– ronde bakvorm met bakpapier of ingestreken met boter
– verse bladerdeeg van bij je favoriete bakker ofte een voorverpakt exemplaar uit de winkel
– 4 appels
– 3 eieren
– 120 gram zelfgemaakte vanillesuiker = suiker met een vanillestokje in = zalig
– 90 gram ongezouten boter, gesmolten
– 35 gram maïzena
– enkele koffielepels gemalen kaneel
– 30 gram bruine suiker
– een losgeklopt ei om je taart te “doreren” (= instrijken, dan glanst het na het bakken)
Verwarm je oven voor op 180°C.
Rol je bladerdeeg uit tot max 2 mm dik, leg in je bakvorm en prik met een vork op de bodem en de zijkanten voldoende gaatjes.
Schil je appels, snij in 4 en snij de partjes vervolgens in dunne schijfjes.
Hou je partjes samen, zodat je ze straks zo op je deeg kan leggen.
Besprenkel de appeltjes daarna met kaneel.
Meng je eitjes samen met de suiker, de maïzena en de boter.
Leg de appeltjes op je deeg en besprenkel daarna met de overblijvende kaneel en de bruine suiker. Giet het beslag erover, plooi je resterende deeg over de appels heen en strijk in met het losgeklopte eitje. Schuif in de oven voor een 45-tal minuten…
Leave a comment